Een goede buur is beter dan een verre vriend
Voor de projecten De Vlietlijn en doorontwikkeling Binckhorst hebben de gemeenten Den Haag, Rijswijk en Leidschendam-Voorburg op 16 en 24 september 2024 de Concept Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) voor de intergemeentelijke gebiedsvisie ‘De Vlietlijn en doorontwikkeling Binckhorst’ openbaar gemaakt. Langs deze weg wordt een zienswijze ingediend als reactie hierop.
Samenwerking bij de aanleg van een openbaar vervoerverbinding in verband met de ontwikkelingen op de Binckhorst vraagt meer dan alleen medewerking van de buren Den Haag, Rijswijk en Leidschendam-Voorburg. Het vraagt ook coöperatie, twee kanten op. Een OV-verbinding die door twee of drie gemeenten gaat, moet voor alle gemeenten ook voordelen opleveren. Dat laatste komt onvoldoende naar voren in de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD). Sterker nog, er staat op pagina 5 dat voor de aanleg van de OV-verbinding werkzaamheden op het grondgebied van onder meer Leidschendam-Voorburg moeten plaatsvinden. Dit is volstrekt onvoldoende en doet geen recht aan de grote impact op leefbaarheid en bereikbaarheid die dit project zal hebben op het gebied en haar inwoners.
Het is daarom dat de verenigde bewonersorganisaties gezamenlijk deze zienswijze indienen. Omdat wij ons grote zorgen maken over de effecten van de voorgenomen aanleg van de OV-verbinding, maar ook omdat wij ons zorgen maken over de participatiemogelijkheden in dit project. Wij voelen ons tot nu toe ongehoord, terwijl we wel heel veel tijd steken in het meedenken en meeschrijven. Tot nu toe helaas met weinig effect. Die vrees hebben wij ook met deze zienswijze. Wij hechten daarom aan een specifiek aan ons gerichte, gedetailleerde beantwoording, waarbij op al onze punten wordt ingegaan.
Als gemeente, die zich wil inzetten voor haar inwoners, is Leidschendam-Voorburg verplicht om in deze notitie op te nemen welke gevolgen deze plannen hebben op de leefbaarheid, bereikbaarheid en veiligheid van het deelgebied, Voorburg-West en omgeving. Het gebied verdient een serieuze aanpak, geen oppervlakkige vermelding.
Bij herindelingsplannen rondom Den Haag was er een brede discussie over de vraag of Voorburg-West een onderdeel van Den Haag zou moeten worden. De Tweede Kamer besloot toen, terecht, dat dit gebied uniek genoeg is en van dusdanige kwaliteit en samenhang om buiten Den Haag te blijven. Met die beslissing kwam ook de verantwoordelijkheid bij Leidschendam-Voorburg te liggen om zorgvuldig om te gaan met de stedelijke kwaliteit en de daaraan gekoppelde leefbaarheid. Dat vraagt nu om meer dan passief toekijken; het vraagt vanuit deze verantwoordelijkheid om actie en visie van het College van B&W en de Gemeenteraad.
Integrale visie nodig
De gemeente Den Haag heeft met het Omgevingsplan Binckhorst (29 november 2018) de basis gelegd voor de toekomstige ontwikkeling van de Binckhorst. Ondertussen werkt de gemeente Leidschendam-Voorburg nog steeds aan een Omgevingsvisie voor de gehele gemeente. Wat nu echter écht nodig is, is dat de gemeenteraad van Leidschendam-Voorburg op zeer korte termijn een integrale visie voor Voorburg-West vaststelt, die direct deel uitmaakt van de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD). Het sleutelwoord hier is integraal. Momenteel bekijken verschillende adviesbureaus los van elkaar naar verschillende delen van Voorburg-West en omgeving. Er ontbreekt dus een samenhangende visie op het geheel.
Zo heeft adviesbureau Antea een voorstel uitgewerkt om de Westvlietweg tot fietsstraat om te vormen. Voor de toekomstige ontwikkeling van het bedrijventerrein Westvlietweg met een ontsluiting achterlangs naar de GAVI kavel is adviesbureau Sweco ingehuurd. Voor het regionale verkeersonderzoek voor de inpassing van de Vlietlijn is adviesbureau Royal Haskoning/DHV (RHDHV) aan de slag gegaan, terwijl Arcadis de leiding heeft voor deze NRD. Allerlei ontwikkelingen die op elkaar ingrijpen en die niet los van elkaar kunnen worden gezien. Voordat verdere besluiten kunnen worden genomen moet de gemeenteraad via de gebiedsvise nu eerst bepalen welke essentiele randvoorwaarden gelden voor de gebiedsontwikkeling Voorburg-West.
Infrastructureel project met grote impact
De inpassing van de tramlijn in Voorburg-West vergt een ingrijpende infrastructurele operatie. Het bagatelliseren hiervan in de NRD als een ‘kleine ingreep’ is misleidend en eigenlijk ongeoorloofd. Zeker omdat het project door Den Haag wordt geframed als groot infastructureel project. Dan kan zo’n ingrijpend onderdeel niet worden weggezet als ‘kleine ingreep’. Dit is een fundamenteel infrastructureel groot project dat de leefbaarheid van Voorburg-West ook fundamenteel en negatief zal beïnvloeden.
Daarnaast herinneren we aan de toezegging van wethouder Verkeer en Vervoer, Jeffrey Keus, dat de Prinses Mariannelaan sterk verbeterd moet worden qua verkeersveiligheid. Deze toezegging moet ook deel uitmaken van de input voor de NRD. De NRD staat vol met onderwerpen voor nader onderzoek. Maar wat zijn nu de kaders? De fase waarin het project nu komt – op weg naar de MER – vraagt dat de gemeenteraad eerst en snel haar visie formuleert, vaststelt en meegeeft als kader vanuit Leidschendam-Voorburg. De gemeente is bevoegd gezag over haar eigen grondgebied, en kan dus ook ‘nee’ zeggen tegen Den Haag. Laat dat merken!
Voor een MER is vereist, dat een goede beschrijving wordt gegeven van de huidige situatie, het zogeheten referentiescenario. Dit ontbreekt helaas in de NRD. Momenteel kampt Voorburg-West al met ernstige verkeersproblemen, zowel in de ochtend als in de avondspits. Zelfs de kleinste verstoring op het omliggende wegennet leidt tot vastgelopen verkeer, met grote negatieve gevolgen voor de leefbaarheid in het gebied. Bij een file of ongeluk op de A4 wordt de Westvlietweg en Fonteynenburghlaan direct een sluiproute, wat verdere congestie veroorzaakt op de Prinses Mariannelaan en de Binckhorstlaan-Voorburg. Met andere woorden: zelfs zonder de verwachte toename van verkeer door de ontwikkelingen in de Binckhorst, dus alleen met autonome ontwikkelingen, staat de leefbaarheid in Voorburg-West al ernstig onder druk. Het plan van aanpak om in samenwerking met Rijswijk en Den Haag het verkeer efficiënt via de Rotterdamsebaan te leiden en Voorburg-West te ontzien, ontbreekt nog steeds, ondanks de motie van 30 mei 2023. Uit het recente verkeersonderzoek van de Vlietlijn (d.d. 15 oktober), uitgevoerd door RHDHV, blijkt bovendien dat de groei van het autoverkeer op de Rotterdamsebaan tegen 2040, afhankelijk van het gekozen HOV-maatregelenpakket, slechts tussen 0% en 3% zal toenemen ten opzichte van 2023, of zelfs met 2% nog verder kan afnemen. Dat kan toch niet de bedoeling geweest bij de aanleg van deze peperdure tunnel?
De kruispunten Maanweg – Regulusweg – A12 en Maanweg – Westenburgstraat kunnen het verkeer nog net aan na de aanpassingen van enkele jaren geleden. Ook zonder de tram die deze kruising passeert zal de groei van het verkeer vanuit de Binckhorst tot ernstige problemen leiden. Voor de kruisingen op de Prinses Mariannelaan met de tram zijn wij weer terug in de tijd toen de trein nog gelijkvloers de Prinses Mariannelaan kruiste.
Er moet van grof naar fijn gewerkt worden. M.a.w. wat kunnen deze twee grote knelpunten aan en hoe zou je dat moeten oplossen? Waarbij een eindstation (motie dd. 30 mei 2023) op de Maanweg, bijvoorbeeld ondergronds, verkend moet worden.
De gemeente Leidschendam-Voorburg moet ook hiervoor nu de kaders vastleggen. De verkeersdiscussie moet zich niet alleen richten op een snelle doorstroming van/naar Den Haag maar ook op een veilige afwikkeling van zowel het autoverkeer als het fietsverkeer in het Voorburgse deelgebied. Denk hierbij ook aan de ambitie van een ondergrondse aanleg van A12 en spoor (Huygenstunnel) zoals opgenomen in de Koersnotitie Omgevingsvisie van Leidschendam-Voorburg. Een plan dat onderzocht wordt in de Living Lab studie van de Vereniging Deltametropool, een studie uitgevoerd in opdracht van het College van B&W.
Verkeersproblematiek en parkeerdruk
Bekend is dat Voorburg-West een fijnmazig en volgebouwd gebied is. Dit houdt in dat oplossingsrichtingen in samenhang bezien moeten worden. Er wordt bijvoorbeeld gesproken over een ‘langzaamverkeer-verbinding’ Heeswijkstraat naar de halte op de Maanweg, ter hoogte van de Melkwegstraat. Dit leidt tot andere verkeersstromen die vervolgens op de Prinses Mariannelaan en de Binckhorstlaan-Voorburg weer tot verdere verkeersdruk leiden. Dit heeft ook consequenties voor het fietsverkeer op het kruispunt Heeswijkstraat – Paradijsstraat (school) en de kruising met de Overburgkade. De aftakking naar Rijswijk van de tram via de Binckhorstlaan/Geestbrugweg en verder wordt in de discussie gedomineerd door de vraag of de doorgaande route over de Geestburg wordt geschrapt. Zowel voor Rijswijk als voor Leidschendam-Voorburg is de vraag of dit een gewenste situatie is, in verband met lokaal verkeer van en naar Rijswijk. Afsluiten van de Geestbrug voor autoverkeer betekent lange omrijroutes (via Schenkkade , Rijswijkseweg en Haagweg of via Prins Clausplein of Westvlietweg). Hetgeen juist meer mobiliteit (en dus uitstoot) oplevert.
Leidschendam-Voorburg heeft de verantwoordelijkheid voor een goede afwikkeling van het verkeer op haar eigen grondgebied. De gemeenteraad moet zich daarbij afvragen hoe bewoners van Voorburg-West in de toekomst de wijk in en uit kunnen komen. Als de Westvlietweg een fietsstraat wordt, dan is de route over de Fonteynenburghlaan minder te gebruiken. De kruisende tram met de Prinses Mariannelaan wordt ook een barrière en Geestbrugweg verbinding wordt gestremd.
De Binckhorstlaan zou autoluw gemaakt worden (toezegging na aanleg van de Boogiewoogie Tunnel). In de huidige plannen zou al het verkeer afgewikkeld moeten worden via de Binckhorstlaan (Voorburg) naar de Maanweg of de Westenburgstraat. En waarbij ook nog de HOV-lijn moet worden gekruist. Een gebied vol jonge gezinnen, scholen en kinderopvang en dus met vooral langzaam verkeer. Veilig? Nee.
Een extra uitdaging is de toenemende parkeerdruk in Voorburg-West. In Rijswijk en Den Haag (Binckhorst) wordt betaald parkeren steeds verder ingevoerd waardoor uitwijkgedrag is ontstaan naar Voorburg-West. Het huidige College van B&W is tot op heden geen voorstander van betaald parkeren maar dat ontslaat haar niet van de verantwoordelijkheid parkeerbeleid te formuleren dat uitvoerbaar en handhaafbaar is. Het gedeelte Voorburg-West van de Fonteynenburghlaan tot aan de Trekvliet zou een experimenteel gebied kunnen zijn om met elektronische registratie het gebied in en uit te kunnen rijden, naar voorbeelden in binnen- als buitenland.
Participatie bewoners
Goede participatie van bewoners is een must, hetgeen door de gemeenteraad ook nadrukkelijk is vastgelegd. Er is veel goede wil uitgesproken om bewoners te betrekken bij de plannen. Van de kant van de bewoners is ook grote bereidheid te participeren.
Echter, participatie wordt hier wel heel flexibel ingevoerd. De informatievoorziening is slecht, onvolledig of te laat. Met de input wordt weinig gedaan. Er zijn steeds meer geluiden te horen van omwonenden dat zij zich afvragen of zij er wel mee doorgaan gezien het tijdsbeslag en de geringe inbreng.
Het is ook een gemiste kans voor de gemeente Leidschendam-Voorburg dat er niet meer energie gestoken is om de NRD goed toe te lichten en te verklaren en aan te geven wat de gemeente nog allemaal moet doen.
In recente werkgroepbijeenkomsten worden bewoners op detailniveau bevraagd over de beoogde tramlijn, de inpassing etc. Eerdere input van bewoners via het onderzoek van Urban Sync om onduidelijke redenen niet wordt benut. De participatie van omwonenden is bovendien gebrekkig; informatie wordt vaak laat gedeeld, en antwoorden op vragen ontbreken of zijn vaag. Tot nu toe voldoet dit participatieproces niet aan de zorgvuldigheidsnormen die van een gemeentebestuur mogen worden verwacht. Een planMER opstellen zonder hierover meer inzicht te hebben leidt tot tekentafel oplossingen maar zadelt toekomstige bewoners op met een onaanvaardbare aantasting van de leefbaarheid en veiligheid van het gebied.
Wat is nu nodig alvorens de gemeenteraad kan instemmen met de NRD?
De volgende punten geven de betrokken bewonersorganisaties mee aan de Raad, alvorens deze zou mogen instemmen met de NRD:
- Een visie van de gemeente Leidschendam-Voorburg (invulling van pagina 7 vrijwillig programma). De gemeente moet de uitdaging aangaan om met innovatieve denk- en oplossingsrichtingen te komen. Bestaande traditionele oplossingen zullen zeer waarschijnlijk niet voldoen.
- De grenzen van het studiegebied (pagina 5, kaartje Studiegebied Binckhorst, Arcadis 29.08.24) moeten worden vergroot zodat er integraal gekeken kan worden (kaartje en paragraaf 4.2. dus aanpassen). Hierbij moet ook het gebied van de omlegging van lijn 1 integraal worden meegenomen. Ook moeten de grenzen van het projectgebied worden vergroot naar het grondgebied van Voorburg, waarbij het gebied rondom de roze lijn o.a. Binckhorstlaan (Voorburg), Pr. Mariannelaan en Opa’s veldje, Huygenstraverse, Stationsplein ook worden meegenomen. Evenals het kruispunt Prinses Mariannelaan – Parkweg – Laan van Nieuw Oosteinde en Laan van Nieuw Oosteinde tot aan Maanweg.
- In het regionale verkeersonderzoek moet de focus gericht zijn op de verschillende stromen verkeersdeelnemers, waarbij niet alleen verkeerstechnisch onderzoek nodig is maar ook verkeers psychologisch. En waarbij niet alleen naar de verkeersstromen van/naar Den Haag moet worden gekeken, maar ook naar de verkeersstromen richting Voorburg-West vanuit Leidschendam naar Rijswijk.
- De uitgangspunten voor een goed functionerend parkeerbeleid in Voorburg-West vaststellen.
- Een hoofdstuk 3.5. aan het NRD toevoegen “Gevolgen/doorontwikkeling Voorburg-West”. Nu wordt slechts volstaan met alle accenten op de Binckhorst in hoofdstuk 3. Dit doet geen recht aan de specifieke kenmerken van de woonwijk Voorburg-West.
- Paragraaf 2.2.2. de participatie op fatsoenlijke wijze inbedden, waarbij inwoners kunnen meendoen en zich voorbereiden doordat de agenda en stukken ruim op voorhand worden gedeeld en waarbij ingegaan wordt op de inbreng van bewoners.
- De planning aanpassen in paragraaf 2.3. opdat de gemeenteraad van Leidschendam-Voorburg eerst haar eigen visie als inbreng kan vaststellen.


Plaats een reactie